Het hoogfeest werd in 582 door keizer Mauritius in Constantinopel(nu Istanboel) ingevoerd. Paus Sergius (687-701) bracht het feest in de zevende eeuw naar Rome.
Na de dood en verrijzenis van Jezus vertelt de Bijbel over Maria het volgende:
“Toen keerden zij van de berg, die de Olijfberg heet, naar Jeruzalem terug. Deze ligt dichtbij Jeruzalem op sabbatsafstand. Daar aangekomen gingen zij naar de bovenzaal waar ze verblijf hielden: Petrus en Johannes, Jakobus en Andreas,Filippus en Tomas, Bartolomeus en Matteüs, Jakobus, zoon van Alfeüs, Simon deIJveraar en Judas, de broer van Jakobus. Zij allen bleven eensgezind volharden in gebed samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders.” (Hand. 1, 12-14)
Pas in 1950 werd door paus Pius XII de tenhemelopneming vanMaria tot een dogma gemaakt. Anders dan andere mensen, hoeft Maria volgens dit dogma niet meer te wachten op de “verrijzenis van het lichaam”, zoals de Apostolische geloofsbelijdenis zegt. Die zin uit de geloofsbelijdenis verwijst naar het einde der tijden, wanneer God de hemel en de aarde “nieuw” zal maken (Openb.21, 1), en “waar de dood niet meer zal zijn” (Openb. 21, 4). Daarvoor zal eerst het ‘laatste oordeel’ (Openb. 20, 12) plaatsvinden: iedereen die niet het goede heeft gedaan en nagestreefd in het leven zal dan de ‘tweede dood’ sterven: “de lafhartigen, de trouwelozen, de verdorvenen, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars en alle leugenaars, hun deel is in de poel die brandt van vuur en zwavel. Dit is de tweede dood.” (Openb. 21, 8) Maar alle reeds overleden goede mensen mogen op die laatste dag opstaan uit de dood om op die nieuwe aarde eeuwig te leven. Omdat Maria zonder zonde was (volgens het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria uit 1854), hoeft zij volgens het dogma niet meer geoordeeld te worden - en daarom hoeft haar lichaam ook niet meer te verrijzen uit de dood: Maria leeft nu al eeuwig.
In de Oosterse kerk is dit Westerse dogma van Maria’s tenhemelopneming niet aanvaard. Daar vieren ze nog altijd het oude De Ontslaping van de Moeder van God. Het is daar een groots feest dat voorafgegaan wordt door een veertiendaagse vasten, volgens de aloude tradities.
Vieren
Vanaf 1 januari 1991 wordt het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming weer gevierd op 15 augustus, nadat het sinds 1967 verplaatst was naar de zondag volgend op 15 augustus.
Wanneer de viering van het Hoogfeest van Maria Tenhemelopneming op een weekdag valt, kan om pastorale redenen dit hoogfeest toch op de zondag door het jaar gevierd worden.
Tradities
Op Maria-Tenhemelopneming vindt er in de kerkviering vaak een zegening van de zogenaamde kruidwis plaats. Een kruidwis is een bos met inheemse kruiden die in voorchristelijke tijden al als dank- en zoenoffer aan de goden werd gebruikt. Dit gebruik werd gekerstend.
De kruidwis wordt thuis ter bescherming opgehangen. Bijvoorbeeld bij de voordeur of boven het wiegje van een pasgeborene. In de stal was het weer nuttig tegen veeziekten en op zolder kon de kruidwis een blikseminslag afweren. Met de spreuk: als het dondert en regent, dan is het noodweer gezegend, gooit men ook wel enkele gedroogde takjes van de kruidwis op het vuur van de kachel om een dreigend onheil af te weren.
In Nederland merken de meeste mensen niet zoveel van Maria Tenhemelopneming, maar in bijvoorbeeld: België, Frankrijk of Italië is het een vrije dag. Bovendien is het ook het zogenaamde naamfeest van Maria. Voor veel christelijke vrouwen en meisjes die Maria heten is 15 augustus daarom een soort van extra verjaardag.